Een maand lang muziek maken en feesten
Op een afgelegen boerderij in het Brabantse Someren zijn ruim honderd studenten neergestreken. Ze komen uit het hele land en hebben één ding gemeen: muziek maken. Het Nederlands Studenten Orkest (NSO) bestaat zestig jaar en treedt deze week op in elf zalen in heel Nederland. Daarna volgen nog twee concerten in Rome.
Tijdens een van de laatste repetities is de sfeer uitgelaten. De grote zaal waar het orkest repeteert, is na bijna tien dagen oefenen tot een gezellige chaos verworden. Achter dirigent Lucas Vis hangt een vrolijke slinger en aan zijn lessenaar is een pop van Kermit de Kikker bevestigd. Rondom de zitplaatsen van de orkestleden slingeren muziekpartijen tussen de knuffels en andere in de loop van de week verzamelde prullaria. Het orkest oefent de toegift, waarbij de leden traditiegetrouw een verkleedstuk opzetten: een cowboyhoed, een indianentooi of een piratenbandana.
Het Nederlands Studenten Orkest wordt jaarlijks opnieuw samengesteld uit studenten die alles behalve muziek studeren, op een paar uitzonderingen na. “We willen zo min mogelijk conservatoriumstudenten in het orkest. Het NSO is echt bedoeld om studenten die naast hun studie een klassiek instrument spelen, te laten ervaren hoe het is om een maand lang samen muziek te maken.” Aldus bestuurslid Freek Ruesink (23), die zelf scheikunde studeert en slagwerk speelt.
De audities vinden plaats in november, in februari komt het orkest bij elkaar om tien dagen te repeteren. Ze werken volgens een strak schema: iedere ochtend om 10 uur moeten de orkestleden klaar zitten, met hun instrument gestemd. Er is zijn pauzes voor lunch en diner, maar pas om half elf ’s avonds klinkt de laatste noot. Daarna mogen de studenten aan het bier. “Ze moeten zelf weten hoe laat ze het maken, als ze de volgende ochtend maar op tijd zijn bij de repetitie”, zegt Ruesink. Op het gossip board in de eetzaal wordt nauwkeurig bijgehouden wie de avond ervoor met wie heeft gezoend (of meer).
De feesten laat Lucas Vis aan zich voorbijgaan, over de studenten is hij vol lof. “Er wordt elke dag keihard gewerkt. De inzet, de motivatie, het geduld en de wil om het alsmaar beter te maken, zijn hartverwarmend.” Ook de Belg Geovanny de Bock (20) is onder de indruk. “Dit zijn allemaal mensen die niet fulltime met muziek bezig zijn, maar je merkt aan de sfeer dat iedereen dit heel graag wil.” De Bock is tweedejaars fagot op het conservatorium in Den Haag. Aan hem de eer om de beroemde fagotsolo te spelen in de pièce de résistance van het programma: Le Sacre du Printemps, van Stravinsky.
Aniek Schuitemaker (19), die geneeskunde en klarinet studeert, kijkt uit naar de concertreeks. “Heerlijk om een hele maand alleen maar muziek te maken. De repetities zijn voorbijgevlogen.” Volgens Vis hoeven de studenten zich geen zorgen te maken. “Ze zijn er klaar voor. Vanaf morgen is het alleen maar genieten.”
©Ghislaine van Drunen (Februari 2012)
Foto: Dirigent Lucas Vis, door Astrid Ackermann