Op zoek naar moderne kunst in Hanoi
‘Ooh madame! Where you go? Ooh!’ Mijn motortaxichauffeur snapt er niets van. Waar wil ik nou helemaal naartoe? We rijden inmiddels bijna een uur rondjes in een buitenwijk van Hanoi, Vietnam, op zoek naar Nha San Studio. We hebben al aan minstens vijf mensen het adres laten zien dat in mijn telefoon staat, maar kunnen het bewuste steegje waar deze kunstgalerij gevestigd is maar niet vinden.
Nha San Studio is dan ook geen officiële galerij. Het is het woonhuis van Duc Manh Nguyen, een Vietnamese kunstenaar. Hij liet in 1998 een traditioneel, houten huis op palen uit de provincie van Hoa Binh komen en zette het neer in wat toen nog een buitenwijk van Hanoi was. Door de uitbreiding van de stad staat het huis nu ingeklemd tussen flatgebouwen in een grote woonwijk. Dat blijkt als we eindelijk het zandpaadje vinden dat er naartoe leidt, alleen omdat de kunstenares die er exposeert ons komt halen.
Open huis
De woning van Duc Manh Nguyen werd de eerste onafhankelijke ruimte voor moderne kunst in de Vietnamese hoofdstad. Het is een van de weinige plekken waar kunst te zien is die niet door de kunstcommissie van de partij is gecontroleerd, een soort open huis voor kunstenaars die nieuwe dingen willen uitproberen. Om dat zo te houden, moeten de eigenaar van Nha San Studio en degenen die er exposeren het kleinschalig houden. Ze kunnen daarom niet te veel reclame maken en bezoekers mogen geen foto’s maken.
Dat was bij de vorige tentoonstelling – een combinatie van videokunst en performance art – in augustus nog wel toegestaan. Maar de foto’s kwamen op het internet en de politie stond een paar dagen later voor de deur. Op de foto’s was een strippende vrouw te zien. ‘Ik dacht niet dat het een probleem zou zijn’, zegt Bill Nguyen (22). Deze jonge kunstenaar was nog niet lang terug uit Engeland, waar hij aan de kunstacademie studeerde, toen hij de bewuste tentoonstelling in Nha San Studio mede-organiseerde. ‘Ik kon mij niet voorstellen dat naaktheid iets controversieels was. Maar dit is Vietnam.’
Het bleef niet bij een politie-inval in de studio. De organisatoren van de tentoonstelling moesten ook bij de kunstcommissie langskomen. ‘Om uit te leggen waar we mee bezig waren. Waarom de performance waarin de kunstenares zich uitkleedde geen strip-act was maar kunst’, zegt Bill. Na de gesprekken werd Nha San Studio voor een paar maanden gesloten. ‘Ons gedeisd houden was de beste manier om daarna weer verder te kunnen.’
Video-installatie
Inmiddels is Nha San Studio weer open, maar daar wordt niet te veel ruchtbaarheid aan gegeven. De video-installatie die er een paar dagen te zien is, is van de hand van Thi Trinh Nguyen (37). ‘We hebben tegen politie gezegd dat Nha San een woonhuis is, waar alleen vrienden van de bewoners af en toe over de vloer komen’, vertelt ze. ‘Dat betekent dat er niet meer dan twintig of dertig mensen tegelijk mogen zijn. Anders krijgen we de politie weer op ons dak. Als het om de economie gaat is Vietnam hartstikke liberaal, maar daar blijft het bij. Kunstenaars moeten nog steeds aan de politie uitleggen waarom ze doen wat ze doen. Daarom besloot ik mijn project simpel te houden’, aldus Thi.
De video-installatie van Thi in Nha San Studio bestaat uit zo’n vijftien wit beschilderde, houten silhouetten waarop beelden worden geprojecteerd van etende mensen. De figuren staan onder het huis opgesteld, tussen de houten palen waar het op rust. De beelden worden begeleid door het geluid dat de eters maken. ‘Projecties van etende mensen kan de politie niet als bedreigend bestempelen’, zegt Thi. Het kunstwerk heet dan ook: ‘Unsubtitled’ (Zonder ondertiteling), met als statement: ‘Eating needs no explanation’ (Eten behoeft geen uitleg).
Zelfcensuur
Een van de grote problemen voor kunstenaars in Vietnam is de censuur, zegt Thi. ‘Maar nog erger is de zelfcensuur. Mensen hebben zo lang in dit systeem geleefd, ze weten niet meer beter. Ze hebben niet door dat ze zelfcensuur plegen.’ Thi ontsnapte aan het systeem: ze woonde tien jaar in de Verenigde Staten, waar ze journalistiek en film studeerde – ‘iedereen wil in het buitenland studeren, omdat het onderwijs in Vietnam zo slecht is’.
Drie jaar geleden kwam ze terug naar Vietnam, om er zich te vestigen. Ze richtte in 2009 DocLab op, een centrum voor documentairemakers en videokunstenaars in Hanoi. DocLab heeft een montagekamer en er worden cursussen en workshops gegeven. Daarnaast worden er regelmatig documentaires en videokunst vertoond.
Thi: ‘Ik ben eigenlijk documentairemaakster, maar geleidelijk ben ik mij meer gaan verdiepen in experimentele videokunst. Nu ben ik vooral geïnteresseerd in installatie- en videokunst. Ik ben nog wel met een documentaire bezig, over een groep Vietnamese avant-gardistische kunstenaars in de jaren ’50. Een belangrijke beweging voor de Vietnamese kunst die toen hard is aangepakt door de regering. Ze mochten tientallen jaren niets publiceren of tentoonstellen. Deze documentaire zal ik – als hij af is – hier niet kunnen vertonen, veel te gevoelig.’
Westerse kunst
De nieuwe generatie laat zich niet afschrikken. Alle etende mensen die te zien zijn in de video-installatie van Thi zijn jonge kunstenaars uit de stad. Een van hen is de eerdergenoemde Bill Nguyen, herkenbaar aan zijn hippe kapsel – aan de zijkanten geschoren, bovenop een golvende haarlok – onderlippiercing en tatoeages in zijn hals en nek en op zijn pols. Hij maakt videokunst en installaties die Tran Luong, een van de medeoprichters van Nha San Studio, typeerde als ‘Westers’.
‘Dat was niet als compliment bedoeld’, zegt Bill lachend. ‘Misschien heeft hij gelijk. Ik heb natuurlijk een paar jaar in Engeland gestudeerd, dus ik ben zeker beïnvloed door Westerse kunst. En daar is men nu eenmaal verder op het gebied van videokunst en installaties dan in Vietnam. Hier werken nog weinig kunstenaars met deze kunstvormen, dus het publiek is niet zo veel gewend. Dat merkte ik toen ik recent deelnam aan een groepstentoonstelling. Mijn installatie was te abstract, de boodschap kwam niet over op het Vietnamese publiek. Ik moet dus een stapje terug moet doen in het soort werk dat ik maak. Dat geeft niet. Maar ik wil er wel graag dat Vietnamezen meer worden blootgesteld aan nieuwe kunstvormen. Daarom wil ik veel Britse videokunst naar Vietnam halen. Britten maken namelijk echt maffe dingen. Dat wil ik het Vietnamese publiek niet onthouden. En geleidelijk aan zullen ze het leren waarderen. Het gaat allemaal wat langzamer hier, maar het verandert wel.’
Andy Warhol
Een van de andere jonge kunstenaars uit Hanoi die te zien is in de installatie van Thi is Hung Manh Nguyen (34). Hung wist al heel jong dat hij wilde schilderen, maar moest zes keer het toelatingsexamen doen voor de kunstacademie in Hanoi. ‘Ze lieten maar 25 mensen per jaar toe. Nu is het makkelijker geworden.’ Tegenwoordig hangen zijn schilderijen in galerijen in Duitsland en Italië.
Hung had het geluk dat tijdens zijn studie de Duitse kunstenares Veronica Radulovic les gaf aan de kunstacademie. ‘Zij leerde ons moderne kunst kennen. Voordat zij er was stopte het onderwijs bij Van Gogh. Van Andy Warhol hadden we nog nooit gehoord. We moesten het zelf uitzoeken als we meer wilden weten. En toen hadden we nog geen internet. Veronica heeft veel deuren voor de kunstenaars van mijn generatie geopend. Ze had veel contacten in de kunstwereld in het Westen. Zo kon ik, en anderen met mij, met beurzen en subsidies tijdelijk in het buitenland studeren en aan workshops deelnemen.’
Hung ondervindt geen belemmeringen in zijn werk zolang hij zich in het zogenaamde underground kunstcircuit begeeft. ‘Ik zou best willen dat meer Vietnamezen mijn werk zagen, maar ik heb een hekel aan het hele circus van de kunstcommissie. Ik heb helemaal geen zin om mijn schilderijen te laten goedkeuren door de staat voordat ik ze exposeer.’
Cultuurstad
Gelukkig voor degenen die plekken zoals Nha San Studio niet weten te vinden, zijn er ook officieel geregistreerde galerijen met duidelijkere adressen, waar interessant werk te zien is van kunstenaars uit Hanoi. Zoals de Art Vietnam Gallery, waar ook een paar schilderijen van Hung Manh Nguyen hangen. De galerij is opgericht door de Amerikaanse Suzanne Lecht, die in 1994 naar Hanoi kwam om de zich snel ontwikkelende kunstscene van dichtbij te kunnen volgen.
Lecht beaamt dat er nog steeds sprake is van censuur, maar dat er ‘veel meer vrijheid is dan vroeger’. ‘Natuurlijk blijf ik voorzichtig. Ik ben nog altijd te gast in dit land, mijn visum kan zomaar ingetrokken worden als ik me niet aan de regels houd. Dat risico wil ik niet lopen. Bovendien, wie ben ik om de Vietnamese normen en waarden te veroordelen. Ik probeer hier binnen de kaders mijn werk zo goed mogelijk te doen.’
Hoewel de Art Vietnam Gallery een stuk makkelijker te vinden is dan Nha San Studio, is het de moeite waard om op zoek te gaan naar wat bekend staat als ‘the stilt house’ (het huis op palen) in Hanoi. Het is een oase van rust in de drukke Vietnamese hoofdstad. En vooral een must see voor wie iets wil ontdekken van de kunstscene in Vietnam en in het bijzonder Hanoi, dat nog altijd bekend staat als de cultuurstad van het land.
©Ghislaine van Drunen (December 2010)